Een paar weken voor 14 februari heb ik mij ingeschreven voor het NK 10 km voor senioren en veteranen. Een paar dagen voor 14 februari maakte de organisatie de deelnemers bekend. Ik weet dat in de tweede helft van 2015 de twee beste lopers van mijn leeftijd 70 jaar waren geworden. Beiden bleken zich ingeschreven te hebben. Ik wist vooraf dat ik moest strijden voor maximaal een derde plaats. Die strijd moest ik aangaan met een loper die 2 weken voor 14 februari 70 was geworden en ietsje sterker is dan ik. Circa 4 lopers moesten op hun beurt de strijd met mij aangaan, omdat ik weer ietsje sneller ben dan die 4. Je kent tenslotte wel zo’n beetje je concurrenten in je leeftijdsklasse.

Vanwege de enorme drukte (9000 deelnemers in een klein dorp) en de slechte weersverwachting, besloot ik om met de trein te gaan. Vanaf station Alkmaar reden er pendelbussen naar Groet. Ik was royaal op tijd, doch die tijd bleek ik nodig te hebben door de vrij lange busrit, de grote loopafstand naar de sporthal en vooral de enorme drukte op weg naar die sporthal. Na goed ingelopen te hebben had ik nog half uur en ben ik terug gegaan naar de sporthal om niet al voor de start bevangen te worden door de kou. Ik veronderstelde dat de start op circa 200 meter sporthal lag en ging met nog een ruim kwartier te gaan richting startvak. Hier bleek ik een ernstige vergissing begaan te hebben: de start was zeker 700 meter van de sporthal en er liep één grote colonne “recreantenlopers”, waar ik zo goed als niet voorbij kon lopen. Bij het startvak voor de recreanten aangekomen zei men dat het me nooit zou lukken het wedstrijdvak te bereiken via het startvak voor de recreanten omdat die al half vol stond met 4000 lopers. Loop maar om, werd mij geadviseerd. Ik had nog 4 minuten. Met volle vaart een omweg gekozen om bij dat wedstrijdvak te komen. Toen ik er was, lukte het me om mij door een opening in het hekwerk te wringen en achter alle andere wedstijdlopers aan te sluiten. Wedstrijdlopers moeten ook een startnummer op hun rug dragen en aan de nummers kan je zien wie je concurrenten zijn. Ik heb geen 70 plusser gezien. Met 15 seconde klonk het startschot al.

Voor dit soort wedstrijden geldt de bruto tijd, dus ik lag al op achterstand. Elke loper uit mijn klasse telde ik, en ik kwam al tellend tot in totaal 5 lopers die ik voorbij liep en veronderstelde daarom dat ik op ongeveer de 8e plaats liep omdat zich 16 man in mijn leeftijdsklasse voor de wedstrijd hadden ingeschreven. Om echter in aanmerking te komen voor een medaille, moet je onder een tijd lopen, de zogenaamde medaillelimiet, afgeleid van het wereldrecord in iedere leeftijdsklasse. Hierover straks meer.

In de vooraf opgestuurde informatie zag ik dat het parcours in de duinen zeer geaccidenteerd, en dus heel zwaar was. De grootste klim, een kleine 30 hoogtemeters over ongeveer 600 meter, begon vanaf kilometer 3. Echter, na 2 km ging het zwaarder en zwaarder. Ik vroeg mij af wat het dan wel niet zou worden als ik er 3 km op zou hebben zitten. Dit bleek een fout te zijn in deze officiële informatie: die klim begon niet na 3, maar al na 2 km. Ik vond dit erg vervelend omdat ik mij ingesteld had op 3 goede kilometers en een zware 4e.

Met mijn kilometertijden ging het per saldo erg goed. Ik kwam na 5 km door iets onder 22’30”, precies mijn streven. Ik had daarmee een speling op de medaillelimiet van circa 45 seconden. Tot en met km 7 bleef ik die speling houden omdat ik keurig op 4’ 30” per km bleef lopen. Het ging wel steeds zwaarder, want weliswaar niet zo hoog, maar de heuvels bleven. Op km 8 bleek ik mijn speling kwijt te zijn. Ik liep die 8e kilometer in 5’ 08”. Ook voelde ik dat ik niet meer kon versnellen, dus als ik die laatste 2 km ook rond 5 minuten zou lopen, zou ik ongeveer 1 minuut boven de medaillelimiet uitkomen. Ik veronderstelde ook nog steeds op de ca 8e plaats te liggen. Na passage van km 8, knakte er iets in mij en was de moraal om mij helemaal leeg te lopen verdwenen. Nog nooit gebeurd in mij loperscarrière, maar ik ben in die laatste twee kilometer een paar keer gaan wandelen.

Toch behoorlijk uitgepunt kwam ik nat en koud (het heeft de hele tijd geregend met een temperatuur van 1 à 2 graden boven nul en een vervelende wind) kwam ik in 46’ 47” over de finish, 1 minuut boven de medaillelimiet. Koud en gedesillusioneerd ben ik naar de sporthal gegaan, mij omgekleed en rechtstreeks naar de pendelbus gelopen op een kleine km van de sporthal, en dus niet naar de prijsuitreiking, waar ik als ca 8e en boven de medaillelimiet, niets te zoeken had.

Toen ik een kwartiertje in de trein zat, kreeg ik een sms van Jan Reichardt: “gefeliciteerd met je 2e plaats en deze keer met een zilveren medaille”. Ik wist niet wat me overkwam. ’s Avonds gekeken op uitslagen.nl en jawel hoor tweede van de 14! Een van de twee snelste mannen was kennelijk niet op komen dagen, of in ieder geval niet gefinisht. Achteraf bleken er toch heel wat 70-pussers wel achteraan te staan in het startvak, maar ik heb ze domweg niet gezien door het gestress om nog net op tijd in het wedstrijdstartvak te komen. De volgende ochtend mijn race op Strava bekeken en ik zag daar andere kilometertijden dan die die ik nog in mijn hoofd had zitten. Vermoeidheid maakt de geest niet scherper, dus ik ging ervan uit dat dat aan mij lag.
’s Middags kreeg ik van een andere loper een mailtje waarin hij schreef: “Organisatie geeft fout toe, parcours 133 meter te lang door verkeerd geplaatste borden tussen km 7 en km 8. Bleek mijn Stravatijd van die 8e kilometer van 4’ 32” wel goed en had ik daar nog altijd ca 40 seconden speling op die medaillelimiet. Ik weet niks zeker, maar als ik 8 km lang gemiddeld 4’ 30” gelopen heb, dan loop ik die laatste 2 echt onder de 4’ 50”. Alles bij elkaar ben ik 2e geworden op het NK 10 km in de M70+ doch vooralsnog geen medaille. Men beraadt zich nu bij de KNAU.

Ik heb niet eerder aan een wedstrijd meegedaan, waar alles zo tegen zat: koud, verkeerde inschatting afstand van sporthal tot startvak, druk, zeer geaccidenteerd parcours, foute informatie over dat parcours in het officiële programmaboekje en als klap op de vuurpijl een onvergeeflijke parcoursfout van de KNAU, zeker bij een NK.

De lessen die ik met deze ervaring geleerd heb:

  1. bereid je goed voor en oriënteer je goed op start en finishlijn, zeker t.o.v. kleedruimte;
  2. neem niet zomaar wat aan;
  3. neem de tijd en voorkom dat je al hijgend aan de start staat;
  4. geef nooit op en blijf lopen, ook als je denkt niet voor een ereplaats te lopen.

Al met al toch een heel bijzondere ervaring. Ik wacht het besluit van de KNAU af, maar vind dat eerlijk gezegd niet het belangrijkste: tweede is tenslotte tweede, zelfs met zoveel tegenslagen en dat op een zeer goed bezet NK.

Wim Oudejans