Twee Nederlandse kampioenschappen Masters binnen 2 weken

NK Masters 10 km op de weg.
Op 15 mei, uitgerekend op mijn 77e verjaardag, vond in Venlo het Nederlands kampioenschap Masters op de 10 km op de weg plaats.
Bij wegkampioenschappen wordt je alleen Nederlands kampioen als er in jouw leeftijdsklasse tenminste 3 of 4 deelnemers staan ingeschreven. Bij minder deelnemers wordt je ingedeeld in de naast lagere klasse. Bij baankampioenschappen wordt gewerkt met medaillelimieten. Ook als je de enigste deelnemer in jouw leeftijdsklasse bent, wordt je Nederlands kampioen, mits je onder die limiet loopt. Omdat het aantal deelnemers in de hogere leeftijdsklasse vrij beperkt is en er in mijn leeftijdsklasse steeds “jongere” mensen bijkomen, was dit wel de kans om voor de eerste keer Nederlands kampioen op de 10 km op de weg te worden, toen ik wist dat er 4 inschrijvingen waren in de klasse M75+, maar waarschijnlijk ook mijn laatste kans. Boven de 80 doet er bijna niemand meer mee.
Aan het NK Masters deden in totaal ca 300 deelnemers mee. Het verbaasde mij dat er zoveel deelnemers waren aan deze zogenaamde Venloop: meer dan 10.000 bij de 5, 10 km en halve marathon. Alleen al aan de 10 km deden meer dan 5000 mensen mee, waarvan 14 ouder dan 75 jaar.
Mijn grootste concurrent in de M75+, ene Dirk, had zich ook ingeschreven, dus op voorhand was het alles behalve een gelopen race. De weersomstandigheden waren in mijn voordeel: tegen de 25 graden en heel weinig wind. Iedereen klaagde over de warmte, ik niet dus.
In het aparte startvak voor de NK-deelnemers keek ik uit naar mijn concurrenten, te herkennen aan het startnummer, beginnend met 75. Dirk zag ik niet en vlak voor de start ging ik ervan uit dat hij niet was komen opdagen, wat uiteindelijk ook het geval was. Bij de andere twee had ik geïnformeerd naar hun verwachte tijden: 48 resp. 53 minuten. Op dat moment wist ik dat ik, ongelukken daargelaten, Nederlands kampioen zou worden, zonder tot het uiterste te hoeven gaan. Dat bleek uiteindelijk ook. Met een tijd van 46’ 52” werd ik eerste, dus Nederlands kampioen 10 km op de weg in de klasse M75+.

NK Masters op de baan.
In het weekend van 27, 28 en 29 mei vonden in Harderwijk bij Athlos de Nederlandse kampioenschappen Masters op de baan plaats.
Het was verboden om met je smartwatch te lopen, kennelijk i.v.m. kans op storing van het tijdregistratiesysteem. Om die reden hebben mijn “stravavrienden” mij dit weekend niet kunnen volgen.
Vooraf mocht ik mij verheugen in nogal wat mediabelangstelling. Ik werd gevraagd of ik mee wilde werken aan een uitzending van Omroep Gelderland, waartoe op zaterdag een filmploeg naar Athlos kwam, ik een uur voor de wedstrijd geïnterviewd werd en ik gefilmd werd tijdens het lopen. Dat werd op zaterdag om het uur uitgezonden en ik moet zeggen dat ik het best een aardig filmpje vond. Naast Omroep Gelderland werd ik ook door een sportverslaggever van de Stentor op donderdag 26 mei geïnterviewd, wat resulteerde in een uitgebreid artikel van deze krant van 27 mei.

Op vrijdag 27 mei, uitgerekend op de verjaardag van Ada, stond de 10.000 m op het programma. Bij baanafstanden spreekt men over 10.000m, op de weg over 10 km. De start was pas om 20.50 uur. Ook nu had diezelfde concurrent, Dirk dus, zich ingeschreven, en deze keer was hij er wel. Op voorhand dichtte ik mij op deze afstand de grootste kans toe op goud omdat ik Dirk vorig jaar in Hengelo bij het NK 2021 voor de eerste keer in mijn leven geklopt had. Toen, in 2021, liep hij na de start bij mij weg, haalde ik hem na ca 2000 m in en liep na ca 3500 m bij hem weg om ook weg te blijven. Vrijdag ging Dirk weer snel van start, dus liet ik hem lopen in de verwachting (of hoop) dat ik hem wel weer zou inhalen. Niet dus. Zijn voorsprong werd groter en groter en na ca 3000 m wist ik dat zilver het maximaal haalbare was. Ik finishte uiteindelijk in 45’ 52”, maar Dirk was zoveel sneller dat hij zelfs onder mijn Nederlands record van 44’ 17” liep. Dus niet alleen mijn titel kwijt, maar ook mijn Nederlands record. Toch ietwat teleurgesteld, temeer daar ik niet lekker gelopen had. Het was werken geblazen.

Op zaterdag moest ik aan de bak op de 1500m.
Op voorhand wist ik kansloos te zijn voor de titel, omdat de net 75 jarige Hans Smeets zich ook had ingeschreven. Hans is meervoudig wereldkampioen in verschillende leeftijdsklassen op de 800 en 1500m. Hij had ook een gelopen tijd opgegeven die 34 seconden sneller was dan mijn tijd van 5’ 58”. Hij had zich ingeschreven om een poging te doen het wereldrecord te verbeteren. Ook was ik alles behalve zeker van de tweede plaats. In eerdere NK ’s heb ik altijd mijn meerdere in ene Robert moeten erkennen.
Voorafgaand aan de wedstrijd werd ik aangesproken door een official van de Atletiekunie. Hij maakte bezwaar tegen de vele reclame op mijn mooie AVN-shirt en vroeg of ik een neutraal shirt bij mij had. Dat had ik. Tegenwerpingen dat mij dat nooit eerder gezegd was en dat je toch in je clubkleuren moest lopen, hielpen niet. Dus jammer voor Mark, maar ik moest echt een ander shirt aan. Zaterdag groen en zondag blauw.
Bij de wedstrijd heb ik mij gefocust op mijn directe concurrent, Robert, voor de 2e plek. Ik had een tactisch plan bedacht: tot ca 1100 à 1200m blijven volgen en hem dan verrassen. Die 1100m kon ik goed volgen en juist toen ik wilde aanzetten, versnelde Robert op 1100m. Ik kon dat pareren. Op 1300m herhaalde hij dat en ook toen kon ik dat met moeite pareren. Bij het uitkomen van de laatste bocht, dus met nog ca 90 m te gaan, dacht ik alles of niks. Ik kwam naast hem, maar er niet echt overheen. Na die finish dachten wij allebei gewonnen te hebben. Stomverbaasd waren we toen wij zagen beiden exact dezelfde tijd te hebben gelopen. Allebei 6’ 16,89”, dus tot de honderdste seconden gelijk.
Na de finish werd ik aangesproken door een jury lid. Hij vond dat ik mijn tegenstander gehinderd had in die eindsprint. Hij zei er gelukkig wel direct bij dat hij er niets mee zou doen, maar wilden mij er toch op attenderen. Wat gebeurde? Ik deed er alles aan om Robert in te halen. Robert schoof op van baan 1 naar de 2e baan. Ik moest dus ook uitwijken. Echter, op mijn beurt werd ik rechts ook ingehaald door een loper, overigens van een lagere leeftijdscategorie. Ik kwam letterlijk in de tang en, eerlijk is eerlijk, om wat ruimte voor mijzelf te creëren, heb ik mij met mijn armen wat breed gemaakt. Het is heel goed te zien op het filmpje van Omroep Gelderland. Robert en ik waren veel te druk hoe het zou aflopen, wie zilver, wie brons, of allebei zilver. We wisten ook niet of er tot duizendste seconden gemeten werd. Beiden vonden we dan maar allebei zilver. Bij de huldiging werd Robert als eerste naar voren gehaald voor de 3e plaats. Robert brons en ik dus zilver. De speaker zei er bij dat het verschil tussen zilver en brons 0,005 seconden was. Er werd dus gemeten in duizendsten van een seconde.
Ik heb nog nooit zo’n langzame tijd gelopen op de 1500m, maar dat is het gevolg van tactisch lopen. Hans Smeets zag, gelet op de relatief slechte weersomstandigheden (koud en vooral veel wind), af van de poging het wereldrecord te verbeteren, doch liep als in een training mijn Nederlands record naar de vergetelheid. Wel zilver, maar weer een Nederlands record armer.

De eerste 1400m.

De laatste meters, resulterend in een tijd van 6’ 16,892” voor mij resp. 6’ 16,897” voor Robert.

Zondag dan de 5000m. Het was koud en winderig. Een neutraal blauw shirt aan, waaronder een shirt met lange mouwen. Ik heb als enige deelnemer dit weekend zelfs met handschoenen aan gelopen.
In deze race had ik zowel Dirk als Robert als tegenstanders. Na de 10.000m had ik een titel al opgegeven omdat Dirk dit weekend echt een maatje te groot was. Ook op deze 5000m verloor ik tot nu toe altijd van Robert. Weer moest ik een tactiek bedenken, maar nu geen eindsprint, want Robert had mij na de 1500m gezegd zijn hardloop carrière begonnen te zijn als sprinter en ik kan in feite niet sprinten. Ik bedacht om de eerste kilometer achter Robert aan te lopen, daarna te versnellen en proberen een voorsprong te krijgen die bestand zou zijn tegen zijn eindsprint. Ik had twee kleinzonen, Sil en Noud, aan de kant om, mocht het lukken, om mijn voorsprong door te geven. De eerste kilometer ging in 4’ 20”, te snel om een gaatje te slaan. Ik besloot ook de 2e kilometer te blijven hangen. Ik voelde toen dat ik sneller kon, maar bleef volgen. Die 2e km ging in 4’ 31”. Toen besloot ik erover heen te gaan en te proberen snel een redelijk gat te slaan om Robert te demoraliseren. Dat gaatje lukte. Km 3 ging in 4’ 20”, de 4e in 4’ 19” en de laatste zelfs in 4’ 12”. De voorsprong van ca 70 meter die ik had op 4200 m slonk ondanks mijn snelle laatste kilometer, tot ca 60 m. Dus zilver. Dirk won weliswaar, maar lag niet eens zoveel voor mij, doch te veel om van hem te kunnen winnen. Mijn eindtijd was 21’ 47”, slechts 2 seconden langzamer dan mijn tijd van het NK 2015, dus 7 jaar geleden en een nieuw clubrecord in de M75+
In tegenstelling tot de 10.000m en ook de 1500 m, liep ik deze 5.000m op macht, een van de betere lopen ooit.

De eerste 2 km – Los – Weer zilver in 21’ 47”  – Huldiging 1500 m (Wim, Hans, Robert)

Alles bij elkaar een mooi NK, waarin ik drie keer zilver heb behaald en veel ervaringen heb opgedaan met loopkleren op een NK en vooral met tactisch lopen op een baan. Nooit te oud om te leren.

Wim Oudejans